Je ziet ze bijna nooit**, maar ze leven ook in ons Waalbos: bunzingen.
De bunzing behoort tot de familie van de marterachtigen. De bunzing is ongeveer zo groot als een kat, heeft een donkerbruine vacht met een lichte buik en zwarte poten en een lange donkere staart. Zijn kop is wittig met een zwart masker rond de zwarte ogen.
Leefomgeving
De bunzing leeft in een gebied met verschillende elementen: houtwallen, greppels en sloten met overhangende vegetatie. Het diertje kan zich echter ook onder schuurtjes in dorpen ophouden. Overdag schuilen ze vaak in bestaande holen van konijnen en ratten, of onder takkenhopen en in duikers. In het Waalbos staan veel -grote- bramenstruiken en ook daaronder kunnen bunzingen prima bivakkeren. Ook al leeft de bunzing op het land, ze kunnen wel degelijk goed zwemmen en duiken.
Leefwijze
Een vrouwtje krijgt 4 tot 10 jongen die zij enige tijd verzorgt. Van juni tot september leven de bunzingen met hun jongen in familiegroepjes. Daarna zijn ze weer solitair.
Ze kunnen 5 tot 6 jaar oud worden, maar meestal gaan ze eerder dood - met name in het verkeer.
Territorium
De bunzing verdedigt zijn territorium tegen andere bunzingen. Hij markeert daarvoor ook bepaalde punten in zijn leefgebied met een secreet uit zijn anaalklieren (muskus) en soms met uitwerpselen.
Voedsel
De bunzing is een echte rover en jaagt vooral 's nachts. Het is een echte grondjager en hij bespringt zijn prooi bij verrassing.
Bunzingen lijken geen kieskeurige eters te zijn: konijnen, hazen, ratten, muizen, mollen, vogels, vogeleieren, reptielen, amfibieën en insecten - ze lusten het allemaal.
Wie wat bewaart...
Soms verloopt de kikkerjacht zo goed dat er meer kikkers zijn dan dat een bunzing op dat moment kan opeten. Als dat het geval is, legt de bunzing een voedselvoorraad aan. Hij verlamt de overtollige kikkers door middel van een beet in de rug. De kikker gaat niet meteen dood, maar kan ook niet meer wegkomen. Zo 'bewaart' de bunzing nog een verse kikker voor later.
Andere prooiresten verstopt hij als 'appeltje voor de dorst' achter graspollen, boomschors of in boomholtes. Eieren, ook grotere exemplaren van kip, eend of fazant, neemt hij mee naar een rustig eetplekje. Of hij begraaft ze om ze te bewaren voor later.
Je zou denken dat deze marterachtige een echte vleeseter is, maar dat is niet zo: een bunzing eet ook bessen.
** = omdat je bijna nooit een bunzing tegenkomt, is het ook erg lastig om een goede foto van dit dier te maken. Daarom hebben we een foto van Hehaden (CCL) gebruikt.