Watersnip

Houtsnip en watersnip

In de voorbije periode zijn veel watersnippen in de rietkragen van het Waalbos gespot. Ook zaten er veel houtsnippen, maar dan wel voornamelijk ’s nachts op de grasvelden.

Overeenkomsten tussen beide vogelsoorten

Zowel de houtsnip als de watersnip hebben lange snavels en zijn beide steltlopers. Beide hebben ook uitstekende camouflage. Waarbij de houtsnip vooral in bosachtig gebied voorkomt en de watersnip in weilanden en waterrijke gebieden.

Verschillen tussen beide soorten

De houtsnip is veel groter dan de watersnip en wordt veelal alleen in de schemering gezien. Ze hebben een voorkeur voor bos met open plekken en foerageren 's nachts ook op graslanden. 

De watersnip zit vaak in greppels of langs rietkanten. Ze zijn heel schuw en vliegen bij verstoring op met een krassend geluid. Je kunt ze herkennen aan hun zigzaggende vlucht met een hele snelle slag. Wat verderaf kunnen ze gezien worden langs de rietkragen in de langwerpige vijvers. Dat lukt je alleen als je met een verrekijker kijkt want door hun schutkleur vallen ze amper op.

Voedsel

Houtsnippen eten voornamelijk regenwormen maar ook allerlei insecten, duizendpoten, spinnen, slakken en pissebedden. Ze vinden hun voedsel door met hun lange snavel in zachte grond te boren.

Ook watersnippen foerageren door met hun snavel in de grond te porren, eten vrijwel hetzelfde maar foerageren vaak in kleine groepjes.

Broeden

Beide soorten broeden op de grond en leggen meestal 4 eieren. De jongen van beide soorten zijn zijn zogeheten 'nestvlieders'. Dat wil zeggen dat ze het nest na het uitkomen van de eieren vrijwel direct verlaten.

De houtsnip heeft zijn nest al in maart. De watersnip broedt iets later: in april. Van beide soorten is bekend dat ze tot in juni nog een tweede leg kunnen uitbroeden. 


De watersnip wordt gezien als een weidevogel omdat 'ie broedt in vochtige, zeer extensief beheerde kruidenrijke gras- en rietlanden. We hebben de watersnip nog niet in het Waalbos zien broeden.